Een database is een geordende verzameling van gegevens. Voor het "Fietsen en Beklimmingen" project zijn de data ontleend aan websites, die zich geheel hebben toegelegd op het fietsen. In de ontwikkeling van deze sites is veel tijd en energie gaan zitten. Deze websites zitten boordevol nuttige informatie over de beklimmingen. Het is dan ook logisch om binnen dit project terug te verwijzen naar de bronnen.
Dit naslagwerk voor alle Nederlandse klimliefhebbers is een uniek project van Wouter Greuell. Hij heeft er een levenstaak van gemaakt alle beklimmingen in Nederland in kaart te brengen. De klimmen zijn op zwaarte gerangschikt aan de hand van de KIP index (kliminspanningspunten), die Wouter zelf gedefinieerd heeft. De methodiek wordt op de site wetenschappelijk toegelicht. Het is logisch, dat Zuid-Limburg de boventoon voert. Maar onderschat niet de heuvels rondom Nijmegen en Arnhem. Ook daar zijn tochten uit te zetten, waar je met gemak de 1.000 hoogtemeters overschrijdt. Een mooie afsluiting vormt het overzicht Rest van Nederland. Wie had gedacht, dat een duin bij Schoorl, een vuurtoren op Vlieland en een vuilnisberg in Drenthe samen een top-3 zouden vormen?
De heuvels in Nederland vormen de basis van de website van wielerliefhebbers Martijn en Rogier. Daarnaast hebben zij hun pedalen laten ronddraaien in Belgie, Frankrijk, Zwitserland en Italie. Toppers als de Alpe d'Huez, Mont Ventoux en de Stelvio ontbreken niet. Klimtijd heeft een eigen index gemaakt in de vorm van klimpunten. Elke Nederlandse klim wordt bovendien in zwaarte vergeleken met de Keutenberg. Voor Belgie is de Redoute de maatstaf. En in de Alpen vormt de Alpe d'Hueze de vergelijkingsbasis. Het aantal beschreven klimmen nadert al de 1.000.
Wie een beklimming ziet als een kwelgeest, is bij de Duitse site quaeldich.de aan het goede adres. Beklimmingen heten hier Pässe. In het Nederlands betekent een pas een bergovergang. Dat moeten we niet letterlijk nemen, want quaeldich laat ook enkele uitdagende doodlopende klimmen zien. De website wordt gerund door Jan Sahner, maar heeft meer het karakter van een publieksforum, omdat iedereen er zijn bijdragen mag posten. Elke beklimming heeft punten voor het aangezicht en voor de zwaarte. Deze puntentoekenningen zijn subjectief, omdat iedereen op een schaal van 1 tot 5 mag stemmen. Daarbij telt de stem van de schrijver wel vijfmaal. Quaeldich probeert het subjectieve te omzeilen met de invoering van een objectieve QDH index. Groot pluspunt van quaeldich is, dat de beklimmingen op een geografische kaart aangeklikt kunnen worden. Keuze is er genoeg - de database bevat al bijna 5.000 klimmen. Daaronder ook een flink aantal in Zuid-Limburg.
Welke fietser kent Strava niet? Het is de oplossing voor het voorbereiden en registreren van fietstochten. Wat Strava niet doet is het beschrijven van beklimmingen. Wel is Strava groot in het vastleggen van heuvels in de vorm van segmenten. Iedereen mag segmenten definieren. De populariteit van Strava heeft er toe geleid, dat er voor een en dezelfde beklimmingen meerdere segmenten gemaakt zijn, die elkaar overlappen. Wat wij gedaan gedaan hebben is per beklimming het meest passende Strava segment uit te zoeken en de overige buiten beschouwing te laten. Onze links verwijzen direct naar het Strava segment en laat de Strava ranglijsten zien. Als je zelf als Strava gebruiker ingelogd bent, dan zie je direct ook je eigen resultaten op de desbetreffende klim.
Een veel voorkomende wijze om routes vast te leggen is het gpx bestandsformaat. De benaming laat al zien, dat het gaat om vastleggen van gps gegevens, die in een xml formaat worden genoteerd. In dit artikel wordt de structuur van een gpx bestand uitgelegd en wordt ingegaan op de afzonderlijke componenten.
Voor het begrijpen van een xml bestand is het belangrijk om te weten, dat een datagedeelte begint met de code <xxx> en eindigt met </xxx>. Daartussen staan de gegevens. Binnen een codeblok kan een ongelimiteerd aantal subblokken ingevoegd worden. Met 1 subblok wordt de structuur: <xxx><yyy>.....</yyy></xxx>.
Kop
In de kop worden de basisgegevens vastgelegd.
Dit is de verklaring van de regels:
<? | Dit is een informatieve regel |
gpx | Begin van een blok die het hele bestand omvat |
metadata | Hier worden algemene gegevens uitgelezen |
time | Is een regel binnen het blok Metadata. In dit geval de starttijd |
trk | Track - ligt geheel binnen het blok Gpx |
name | Titel van het gpx bestand |
trkseg | Theoretisch kan een track uit meerdere segmenten bestaan. Meestal komt er slechts 1 voor in het bestand |
In de laatste regels worden de blokken, die begonnen zijn in het kopgedeelte, afgesloten
Tussen de kop en de afsluiting staan de regels met data. Om de paar seconden wordt er een gps waarneming gedaan en opgeslagen. Dit is een eenvoudige opzet, die met een smartphone gemaakt is.
De waarneming heet een trackpoint en begint met trkpt en eindigt met /trkpt. Daarbinnen staan de volgende onderdelen:
lat | Latitude | Breedtegraad |
lon | Longitude | Lengtegraad |
ele | Elevation | Hoogte |
time | Time | Tijdstip |
Het is duidelijk, dat het bestand met al deze gegevens een krachtige omvang krijgt. Reken maar op 400 Kb en 14.000 regels per uur.
Als je bekend bent met de structuur van een gpx / xml bestand, dan kun je gemakkelijk bewerkingen uitvoeren zoals het knippen in een bestand of ritten combineren. Daarvoor hoef je niet te beschikken over een speciaal bewerkingsprogramma. Een simpele tekstbewerker is al voldoende.
Het zal duidelijk zijn, dat het aantal trackpoints en de onderdelen per trackpoint een grote invloed kunnen hebben op de bestandsgrootte. De simpelste vorm is om uitsluitend de breedte- en lengtegraad per waarneming op te nemen. Dat gebeurt bij het ontwerpen van routes - daar zijn de tijdopnames niet van belang. Sommige gpx-programma's vragen bij het openen om de verwachte gemiddelde snelheid op te nemen en maken automatisch de tijdstippen aan.
Het wordt complexer, als je ook elementen als hartslag en cadans gaat meten. Bij een populair apparaat als de Garmin 1000 ziet een trackpoint er zo uit:
Binnen het trackpoint wordt een subblok Extensions aangemaakt met gegevens van de temperatuur (atemp), hartslag (hr) en cadans (cad).
Nederland is een vlak land, dat spaarzaam omhoog komt met heuvels. Concentraties zijn te vinden in de heuvelrug, die loopt van Utrecht tot achter Arnhem. Rond Nijmegen vormen enkele stuwwallen een obstakel. Gelukkig is het zuidelijkste puntje van Nederland verre van vlak en wemelt het in Zuid-Limburg van de uitdagende beklimmingen. Over heuvels valt veel te meten en te schrijven.
In onze database zijn de bijzonderheden van de Nederlandse heuvels vastgelegd en worden er links gelegd naar interessante websites. Klaar om te beginnen?
Klik hier voor het overzicht van de Nederlandse beklimmingen.
Bij het openen van de website verschijnt automatisch het overzicht met Nederlandse provincies en regio's. Op elke cel met blauwe letters kan geklikt worden voor een subrapport. Sommige provincies kennen weinig heuvels en hebben daarom slechts 1 regio. Voor provincies als Zuid-Limburg, Utrecht en Gelderland is het sneller zoeken op regio, als je weet welke beklimming je zoekt. We proberen verder wegwijs te raken en klikken helemaal onderaan op de interessante regio Valkenburg.
Nu opent er een scherm met alle beklimmingen in de regio Valkenburg. Per klim staan bijzonderheden vermeld zoals zwaarte, lengte, hoogteverschil, voet, top, maximale helling (over 300 meter) en de gemiddelde helling. Deze gegevens zijn ontleend aan de website Heuvelsfietsen.
Ben je benieuwd, welke informatie er nog meer beschikbaar is over een beklimming? Klik dan op bijvoorbeeld Cauberg voor een nieuw subrapport.
Nu kun je in een nieuw venster informatie ophalen bij de websites van Heuvelsfietsen, het Duitse Quaeldich, Klimtijd en de motor van alle fietsgegevens: Strava . Strava kent meerdere segmenten per beklimming. Het is handig om te weten, dat er voor elke beklimming slechts 1 passend Strava segment geselecteerd is. Informatie over al deze websites is te vinden in het artikel Bronnen en verwijzingen.
Nog een technische opmerking: Elk subrapport kan gesloten worden door te klikken op het kruisje rechtsboven.
Wie goed naar het overzicht van de Nederlandse heuvels kijkt, ziet dat er op diverse manieren naar gekeken kan worden. Naast de geografische indeling kan er ook een onderscheid gemaakt worden naar de volgende criteria:
Van al deze onderdelen is een Top 25 lijst opgesteld. De gegevens zijn ontleend aan de website van Heuvelsfietsen.
Elke fietser kijkt anders tegen de zwaarte van een beklimming aan. De een heeft moeite met een steile helling en een ander buigt voor de lengte. De zwaarte is een combinatie van deze factoren. In dit klassement staan de lange beklimmingen rond Vaals bovenaan. De gemiddelde stijging ligt echter onder de 5%. Voor velen voelen de Eyserbosweg en Doode Man veel zwaarder aan. Let er op, dat in deze Top 25 uit het gebied van Nijmegen 3 hellingen voorkomen.
Deze klassering ziet er heel anders uit. Het gaat hier om de echte kuitenbijters. De Keutenberg maakt zijn reputatie meer dan waar. Vergis je niet in de Kruisberg - weliswaar kort, maar met een gemene steile passage. De Doode Man en Eyserbosweg gooien ook hier hoge ogen. Het vermelden waard is, dat er in deze Top25 weer 3 klimmen uit de omgeving van Nijmegen voorkomen.
Het zal geen verrassing opleveren, dat korte, krachtige klimmen in dit klassement bovenaan staan. En ja hoor - de Beekmansdalseweg vanuit Ubbergen met een lengte van 400 meter en een gemiddelde stijging van 10,3% voert de lijst aan. Onverwachte aanwezigen zijn de Klimweg bij Schoorl, de VAM-berg in Drenthe en de toegangsweg tot de vuurtoren op Vlieland.
In Zuid-Limburg staan alle heuvels dicht op elkaar en zijn de lengtes van de klimmen betrekkelijk kort. Logisch, dat er bij de eerste 5 beklimmingen op lengte er zich 4 in Gelderland bevinden. Voordat je boven op de Torenberg bij Apeldoorn bent, staat er al meer dan 6 kilometer op de teller. Echt moe zul je er niet van worden.
Voor dit klassement keren we weer terug naar het gebied rond Vaals. Daar zijn de meeste hoogtemeters te maken. Bij de Camerig-Zuid zit er een bonus bij, dat je tussendoor tijdens een korte afdaling even mag bijkomen. Rondom de Posbank kun je enkele klimmen van ca. 100 meter maken.
Van deze Top 25 liggen maar liefst 19 beklimmingen op grote hoogte in de buurt van Vaals. In de buurt blazen de regio's Sint Geertruid en Gulpen ook hun partij mee.
Sportbeoefenaren zijn er aan gewend hun prestaties te uploaden naar websites zoals Strava, Endomondo en Runkeeper. Met een paar muisklikken is het daarna mogelijk allerlei analyses tevoorschijn te halen. Wat er achter de schermen gebeurt is voor de meesten een zwarte doos. In dit artikel laten we zien hoe je een gpx bestand kunt importeren en bewerken in Microsoft Excel. Wil je vooraf weten hoe een gpx bestand in elkaar zit, klik dan op Opbouw van een GPX bestand.
Als voorbeeld nemen we een bestand, dat vanuit Strava geexporteerd wordt. Het is goed om te weten, dat Strava een gpx bestand na een upload ontdoet van velden, die voor de verwerking binnen Strava niet belangrijk zijn. Een Strava exportbestand is meestal kleiner van omvang dan het originele uploadbestand.
Na het inloggen ga je via Dashboard > Activiteitenfeed of via Training > Trainingskalender > Kies een maand naar de gewenste activiteit. Klik in de linkerkolom op het steeksleutelsymbool (Acties) en kies voor GPX exporteren. Het bestand wordt nu automatisch gedownload en neergezet in de downloadmap.
Er is ook een weinig bekende methode om al je activiteiten tegelijk te downloaden. Klik rechtsboven op je profielfoto en kies in het menu voor Instellingen. Nu verschijnt er rechtsonder een knop voor Download al je gegevens. Vervolgens wordt er een zip-bestand met al je activiteiten voorbereid. Je zult een e-mail ontvangen zo gauw het bestand klaar is om gedownload te worden. Pak daarna de gezipte bestanden uit.
Een gpx bestand heeft een xml (Extended Markup Language) opmaak. Om het bestand in te kunnen lezen in Excel moet van elk bestand de extensie gewijzigd worden van .gpx in .xml. Sla geen acht op de waarschuwingen, dat het bestand onbruikbaar kan worden. Dat is hier niet het geval.
Wat is er gebeurd met de gpx/xml gegevens? De importwizard heeft op elke regel de headergegevens van het xml bestand neergezet en aan elk headerelement een eigen kolom toegekend. De velden kunnen afwijken, maar veel voorkomend zijn Version (1.1), Creator (Strava) en time1 (begintijdstip). Er hoeven uiteindelijk slechts 5 kolommen bewaard te blijven:
name | De naam die je zelf aan de activiteit gegeven hebt |
lat | Breedtegraad |
lon | Lengtegraad |
ele | Hoogte |
time2 | Tijdstip van de waarneming |
De overige kolommen kunnen verwijderd worden.
Hoe je de gegevens in Excel kunt converteren en bewerken, staat beschreven in het artikel GPX gegevens bewerken in Excel (1)
In dit artikel wordt uitgelegd hoe je de gpx gegevens van een activiteit in online apps zoals Strava, Endomondo en Runkeeper kunt bewerken en converteren in Excel. Hoe je de gpx gegevens van je sportprestaties naar Excel haalt, is behandeld in het artikel GPX bestand importeren in Excel.
Het aangehaalde artikel is afgesloten met de opmerking, dat er uiteindelijk slechts 5 kolommen bewaard hoeven te blijven:
name | De naam die je zelf aan de activiteit gegeven hebt |
lat | Breedtegraad |
lon | Lengtegraad |
ele | Hoogte |
time | Tijdstip van de waarneming |
De overige kolommen kunnen verwijderd worden. De eerste regels zien er daarna zo uit:
Een tijdstempel (timestamp) heeft in een gpx bestand de volgende notatie: 2013-06-02T08:36:20Z.
Datum en tijd zijn volgens de ISO 8601norm in 1 veld samengevoegd. Het "T" teken scheidt de datum van de tijd. Het achtervoegsel "Z" geeft aan, dat het niet om de lokale tijd gaat, maar om de Universal Time (UTC). De "Z" is een afkorting voor Zero Meridian. Deze nul meridiaan loopt over Greenwich bij Londen en werd vroeger ook wel de Greenwich Mean Time (GMT) genoemd.
De eerste conversie gaat om het uit elkaar trekken van het tijdstempelveld.
Hiervoor worden de volgende formules gebruikt:
Kolom | Formule | Notatie |
Date | =LINKS(E2;10) | Aangepast jjjj-mm-dd |
Time | =DEEL(E2;12;8) | Tijd uu:mm:ss |
Het verschil tussen 2 waarnemingen is de verstreken tijd. Bij echte GPS fiets- en hardloopcomputers wordt er elke seconde een waarneming gedaan. Bij smartphones zitten er variaties in het tijdsverschil tussen 2 waarnemingen. Voor het bepalen van de snelheid is het een must om de tijdsintervallen mee te nemen in de berekeningen.
Het gaat om het tijdsverschil tussen 2 opeenvolgende waarnemingen. Het is logisch, dat de eerste berekening pas op de derde regel plaatsvindt.
Kolom | Omschrijving | Formule | Notatie |
Time | Tijd van de waarneming | Tijd uu:mm:ss | |
SecDiff | Tijdsverschil tussen deze en vorige waarneming | =G3*24*60*60-G2*24*60*60 | Getal |
SecAccum | Tijdsverschil tussen deze en eerste waarneming | =I2+H3 | Getal |
Veruit de meest interessante formule duikt op, wanneer het gaat om het berekenen van de afgelegde afstand. Je beweegt van de ene coördinaat naar de andere. Elke coördinaat is een combinatie van een latitude (breedtegraad) en een longitude (lengtegraad).
Latitude | Breedtegraad | 0 is evenaar. Tussen +90 (Noordpool) en -90 (Zuidpool) |
Longitude | Lengtegraad | 0 is Greenwich (Londen). Tussen +180 (Oost) en -180 (West) |
De afstand in meters tussen 2 coördinaten wordt zo bepaald:
=BOOGCOS(COS(RADIALEN(90-Lat1)) *COS(RADIALEN(90-Lat2)) +SIN(RADIALEN(90-Lat1)) *SIN(RADIALEN(90-lat2)) *COS(RADIALEN(long1-long2)))*6371*1000
Net als bij de verstreken tijd gaat het bij de afgelegde afstand om het verschil tussen 2 waarnemingen. Daarom vinden de eerste berekeningen op de derde regel plaats.
Kolom | Omschrijving | Formule | Notatie |
lat | Breedtegraad | graden | |
lon | Lengtegraad | graden | |
DistDiff | Afstand tussen 2 waarnemingen | =BOOGCOS(COS(RADIALEN(90-B2))*COS(RADIALEN(90-B3))+SIN(RADIALEN(90-B2))*SIN(RADIALEN(90-B3))*COS(RADIALEN(C2-C3)))*6371*1000 | Getal + 2 decimalen |
DistAccum | Afstand tussen deze en de eerste waarneming | =K2+J3 | Getal + 2 decimalen |
Ondanks de mooie formule om de afstand te bepalen zit er wel een tekortkoming in. Er wordt namelijk alleen het hemelsbrede verschil tussen 2 coördinaten gemeten. Op een vlakke weg is deze theoretische uitkomst gelijk aan het werkelijk aantal afgelegde meters. Bij stijgingen ligt de zaak iets anders. Op een stijgende of dalende weg leg je in werkelijkheid meer meters af. Een fietscomputer, die de wielomwentelingen telt, zal in glooiend terrein meer afgelegde kilometers laten zien. Volgens Strava is bij een helling van 10% het verschil 0,5%. Bij 20% stijging loopt het verschil op naar 2%.
Als je harder trapt, dan worden de meters sneller afgelegd. Meestal wordt de snelheid weergegeven in kilometers per uur. Omdat de gpx gegevens gemakkelijk naar seconden terug te rekenen zijn, geeft het aantal meters per seconde ook een interessante uitkomst.
Kolom | Omschrijving | Formule | Notatie |
DistDiff | Afstand tussen 2 waarnemingen | Getal + 2 decimalen | |
DistAccum | Afstand tussen deze en de eerste waarneming | Getal + 2 decimalen | |
DistDiff/SecDiff/Sec | Snelheid (meters/seconde) op dit moment | =J3/H3 | Getal + 2 decimalen |
DistDiff/SecDiff/Hr | Snelheid (km/uur) op dit moment | =J3*3600/1000/H3 | Getal + 2 decimalen |
DistAccum/SecAccum/Hr | Gemiddelde snelheid (km/uur) tot dit moment | =K3*3600/1000/I3 | Getal + 2 decimalen |
Bij de gps waarnemingen wordt behalve de tijd en de coördinaten ook de hoogte (ele = elevation) opgenomen. Hiermee kunnen voor de hele tocht of een gedeelte ervan de stijgings- en dalingsmeters berekend worden.
Aan de hand van het hoogteverschil tussen 2 gps waarnemingen wordt bepaald of het om een stijging dan wel een daling gaat.
Kolom | Omschrijving | Formule | Notatie |
ele | Hoogtewaarneming in meters | Getal met 1 decimaal | |
ClimbDiff | Bij stijging verschil met vorige waarneming | =ALS($D3>$D2;$D3-$D2;"") | Getal met 1 decimaal |
ClimbAccum | Totaal van alle stijgingen | =ALS($O3<>"";$P2+$O3;$P2) | Getal met 1 decimaal |
DescentDiff | Bij daling verschil met vorige waarneming | =ALS($D3<$D2;$D3-$D2;"") | Getal met 1 decimaal |
DescentAccum | Totaal van alle dalingen | =ALS(Q3<>"";R2+Q3;R2) | Getal met 1 decimaal |
Met deze conversies kunnen we aan de slag met verdere bewerkingen in Excel. De gpx gegevens worden toegewezen aan een sporter, het soort activiteit en aan een jaar en maand.
© 2023 oosterhoff - hobby & sport